Als ik tijdens mijn dagelijkse telefoongesprek met Adriënne (vriendin/ID PA/ hoofd afdeling planning en organisatie van ID ) me weer eens een keertje opwind, moet zij altijd lachen. Ze hoopt zo dat andere mensen eens zouden horen wat ik allemaal roep en zeg. Niets lelijks tegen of over haar hoor. Maar gewoon paniek, waarschijnlijk om niets.
Gillen tegen collega’s
Hoewel ik actief ben, best veel kan hebben, ben ik ook een redelijke control freak. In echte situaties van spanning en stress heb ik eigenlijk nergens last van. Voorstellingen, grote shows, mij maak je ‘de pies niet lauw’. Geen geschreeuw naar kids, gegil tegen collega’s of verwijten tegen andere belangrijke mensen. Oké, op die ene keer drie jaar geleden na, toen de muziekinstallatie er nog niet was vlak voor de generale repetitie... toen was ik boos. En terecht. Maar op een enkele ‘flip’ na, kan ik er eigenlijk best goed tegen.
Verkeerde ritsers
Het verbaast mij dan ook, dat ik om hele vreemde dingen toch kan flippen. Drukke weken? Leef ik voor. Meerdere afspraken op een dag? Heerlijk! Ik kom volgens mij ook redelijk relaxed en vol vertrouwen over want mensen durven mij gerust van alles te vragen als ik mijn handen, hoofd en agenda vol heb. Gelukkig maar!
Hoe kan het dan toch dat ik me soms mee laat slepen in alle onredelijkheid en vooral onnozelheid van het moment? Zo kan ik me vreselijk opwinden in de auto. Slome mensen, verkeerde ritsers en de altijd leuke zondagsrijders vóór me als ik haast heb. Maar ook hier om geheel onnozele redenen.
Ik flipte al bij de gedachte...
Zo had ik laatst afspraak om op kraamvisite te gaan. Ik zou opgehaald worden door twee andere meiden en zo zouden we samen op babyvisite gaan. Toen ik 10 minuten later dan dat we zouden gaan mijn app bekeek, leek het alsof mijn antwoord niet verstuurd was op de vraag of ze me op zouden halen. Niets aan het handje denk je. Auto voor de deur, rijbewijs, klaar om te gaan. Maar om een of andere vreemd reden, flipte ik bij de gedachte dat ik zelf zou moeten rijden. Pissed, onredelijk en vooral heel grappig (achteraf) pakte ik mijn tas en stormde op mijn hoge hakken (eenmalig) de deur uit. Niet alleen Roel verbijsterd achter gelaten maar ook mijn kinderen die rond keken of er iets heel ergs gebeurd was, waarvan zij niets wisten. Roel durfde me nog even toe te spreken: “Kom eens op zeg, waar gaat het over?” Maar niets van dit alles hielp. Ik heb de hele weg in de auto (gelukkig maar 14 minuten) nijdig en pissig gedaan. Gelukkig vooral tegen mezelf.
Voel me dom
Nu terugdenkend, schaam ik me. Ik zie de mensen naast en achter me al kijken. Naar diegene die de auto bestuurt, bonkend op het stuur, stoom uit de oren, pissig praten tegen… uhhh, er zit verder niemand in de auto. Bij de kraamvisite aangekomen, is het ook meteen weg en stap ik stralend de auto uit. Even voel ik me nog dommer als de meiden aan komen rijden met de opmerking: “Waar was je nu?” Mijn app-technieken werken kennelijk wel.
Teveel eten
Ik kan ook niet begrijpen waarom ik me toch elke keer zo laat gaan om niets, en vooral om zulke gekke dingen. Op vakantie? Ik pak gerust een uur van tevoren vijf koffers in, vertrek chaotisch en bel in de auto altijd nog even naar een van mijn zussen omdat ik de wasmachine aangelaten heb of omdat er teveel eten in de koelkast ligt.
Ook in de dansschool waar toch echt wel eens reden tot paniek is (drukke weken, zieke collega’s, dubbele aanvragen of de altijd leuke administratie) heb ik nergens last van.
Het was een feest
De laatste weken waren druk, chaotisch en zeer strak gepland. Veel workshops (leuk!), veel feestdagen tussendoor en natuurlijk onze bezoeken aan verzorgingshuizen. Ook hier… drukte alom. De woensdagmiddag was een feest. Met afspraken om 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur zat de planning superstrak in elkaar.
De muziek gaat niet aan!!!
Toen dan ook bij het optreden van 15.00 uur in het verzorgingshuis de muziek het niet deed, raakte we even in een korte paniek. Maar ook hier, oplossen en blijven glimlachen. Het gaat tenslotte om de kids en zij moeten het gevoel hebben dat alles goed komt. Nu duurde dit ‘goedkomen’ best lang en was het vooral van korte duur. Na een liedje hield de muziekinstallatie er alweer mee op. Terwijl een vierde persoon zich erin ging verdiepen, besloot ik de kids maar te vermaken en het publiek ‘redelijk’ gerust te stellen. Mijn innerlijke nervositeit maakt het dan dat ik poog grappig te zijn. Mijn oplossingsgerichtheid dat ik vooral alvast verder denk en wat lieve ouders inschakel voor wat er nog komen ging. Uiteindelijk ging de muziek aan (via een kabel en de beamer, heel handig) en konden de kids hun show voortzetten. Ik moest echter gaan omdat mijn zoon om 16.00 uur op mij stond te wachten. Nog steeds niets aan de hand. Vijf minuten te laat ren ik naar de auto, gooi mijn tas neer en start met een noodgang mijn gouden redder.
Als een dolle
En dan gaat het, ik wil natuurlijk doorrijden want ik heb HAAST. Nee, mevrouw voor mij wil echt zeker weten dat er vanuit Parijs niemand aankomt op de kruising en als ze dan oversteekt doet ze dit zo vlotjes dat ik het niet meer red natuurlijk. Op het terrein bij het USC fietsen er net iets teveel studenten naast elkaar waardoor ik niet kan inhalen. De bus wil voorrang, heb ik geen tijd voor, en hij wordt (terecht) boos. En ondertussen voel ik de onrust opborrelen. Gek, want die had er echt allang moeten zijn in een van mijn ritjes van A naar B of… in de muziekellende van zojuist. Maar nee, dit borrelt kennelijk alleen op als we alleen zijn; het verkeer en ik. Ik tier en praat als een dolle tegen iedereen die maar voorbij rijdt, heb commentaar alsof ik de rij-instructeur zelf ben en heb op weg naar het CWZ bijna vier ‘patiënten’ veroorzaakt.
Ik dring nooit voor in een rij, wacht op de markt gerust tot iedereen geweest is, help zelfs met liefde de boodschappen inpakken voor iedere oudere... maar kom niet in mijn baan als ik haast heb!
Glimlach gerust naar me
Afijn, geen ouder die zijn/haar kind bij mij in de auto zet. Maar ook hier, geen gevaar. Het is namelijk op onverwachte, onterechte en veelal vreemde momenten. Paniek, om niets. Terugdenkend relativeer ik weer en lach ik maar om mezelf. Dus mocht je me een keer tegen komen, bruisend tegen mezelf, glimlach dan gerust. Wie weet kom ik dan ook snel bij zinnen.
PS. ik heb het trouwens ook als mij planning in de war gebracht wordt. Ik vol goede moed, klaar om de kasten van mijn dochter ‘zomer’-klaar te maken en dan lieve vrienden die bellen dat ‘we’ over een uurtje naar de film gaan met z’n allen. “Red je wel hè, we zien je over een uurtje”. Nee dus, afspraak = afspraak. Al is het maar een neurotische afspraak met mijzelf .